The Crucible – Title Significance essays

de titel van Arthur Millers toneelstuk The Crucible is zowel letterlijk als symbolisch significant. The Crucible onderzoekt de kwetsbaarheid van de samenleving en de moeilijkheid om goed te doen in de aanwezigheid van het kwaad. Miller ‘ s personages staan onder grote sociale druk, zowel op sociaal als op persoonlijk niveau. Webster ‘ s Dictionary definieert het woord crucible als een hittebestendige container waarin materiaal kan worden onderworpen aan grote hitte, een zware test, of een plaats of situatie waarin geconcentreerde krachten interageren om verandering of ontwikkeling te veroorzaken of te beïnvloeden. Een smeltkroes is bedoeld om te zuiveren, meestal door vuur. Een grote ironie omdat het vuur dat brandt in Salem niet zuivert. In plaats daarvan verwart en corrumpeert het. Een van de meest getroffen personages is John Proctor. John Proctor wordt onderworpen door grote hoeveelheden warmte en druk zowel van binnenuit als van buitenaf. De titel The Crucible is symbolisch voor de druk op Proctor door hemzelf, het Hof en zijn vrouw, Elizabeth. John Proctor is de stem van rede en rechtvaardigheid in the Crucible. Echter, vanwege zijn affaire met Abigail Williams, Proctor vraagt zich af of hij echt een eerbare man is. Als gevolg van de druk op zijn ziel zweert Proctor nooit meer naar Abigail te verlangen. “Ik zal mijn hand afhakken voordat ik ooit weer naar u reik” (1246). Na alle tijd die hij besteed heeft aan het onderdrukken van zijn zonden voelt hij zich eindelijk gedwongen om te biechten. Hij legt zich verontschuldigend uit aan Danforth: “God helpe mij, ik begeerde” (1309). Hij onthult de duisternis van zijn ziel om zijn vrouw te redden. Hij zet zichzelf onder druk om een goede echtgenoot te zijn, zelfs als dat betekent dat hij zichzelf veroordeelt om Elizabeth te redden. John Proctor heeft een schuldig geweten sinds zijn zonde, en hij gelooft dat hij vanwege zijn keuzes niet de goede naam verdient die hij heeft: “Ik ben het stof op hun voeten niet waard” (1333). Hij zal zichzelf geen martelaar noemen omdat hij gelooft dat zijn zonden hem ervan weerhouden een held te zijn. Hij trekt zijn oplichting niet in…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.