Wie zijn de 12 apostelen van het Lam?

Paulus en Barnabas worden beide apostelen genoemd in het boek Handelingen:

8 en in Lystra zat een man zonder kracht in zijn voeten, een kreupele van zijn moeders buik, die nooit had gewandeld. 9 Deze man hoorde Paulus spreken. Paulus, hem aandachtig ziende en ziende, dat hij geloof had, dat hij genezen zou worden, 10 zeide met luide stem: sta recht op uw voeten!”En hij sprong en liep. 11 Toen nu het volk zag, wat Paulus gedaan had, hieven zij hun stem op, zeggende in het Lycaonisch: de goden zijn tot ons nedergedaald naar de gelijkenis der mensen!”12 en Barnabas noemden zij Zeus, en Paulus Hermes, omdat hij de belangrijkste spreker was. 13 en de priester van Zeus, welker tempel tegenover hun stad was, bracht ossen en bloemenslingers tot de poorten, om met de scharen te offeren.

14 Maar toen de apostelen Barnabas en Paulus dit hoorden, scheurden zij hun kleren en liepen binnen onder de schare, schreeuwend 15 en zeggende: “mannen, waarom doet gij deze dingen? Wij zijn ook mensen met dezelfde natuur als u, en prediken u, dat gij u van deze nutteloze dingen zou bekeren tot de levende God, die de hemel, de aarde, de zee en alles, wat in dezelve is, gemaakt heeft; 16 die in vervlogen geslachten alle volken in hun wegen liet wandelen. 17 Doch Hij heeft Zichzelven niet verlaten zonder getuigenis, dat hij goed gedaan heeft; hij heeft ons regen gegeven uit den hemel, en vruchtbare tijden, en onze harten vervuld met spijze en blijdschap.”18 en met deze uitspraken konden zij de scharen nauwelijks weerhouden om aan hen te offeren. – Handelingen 14:8-18 (NKJV)

de Heilige Geest had hen eerder in Antiochië apart gezet:

1 in de gemeente nu, die te Antiochie was, waren enige profeten en leraars: Barnabas, Simeon, genaamd Niger, Lucius van Cyrene, Manaen, opgevoed met Herodes, Den viervorst, en Saul. 2 Toen zij den Heere dienden en vastten, zeide De Heilige Geest: scheidt mij nu Barnabas en Saul af tot het werk, waartoe Ik hen geroepen heb.”3 toen vastten en baden, en de handen op hen gelegd hebbende, zonden zij hen weg. – Handelingen 13:1-3 (NKJV)

dus noch Paulus noch Barnabas waren zelfbenoemde apostelen, maar werden apart gezet door de Heilige Geest. Merk op dat, hoewel handelingen naar hen verwijst als apostelen, er nog steeds een onderscheid wordt gemaakt tussen hen en de andere twaalf apostelen, met een voorbeeld in Handelingen 15 waar Paulus en Barnabas teruggaan naar Jeruzalem om met de apostelen en oudsten te overleggen over de kwestie van de besnijdenis. :

1 en sommige mannen kwamen af uit Judea en leerden de broeders: “tenzij u besneden wordt volgens de gewoonte van Mozes, kunt u niet gered worden.”2 toen Paulus en Barnabas geen kleine onenigheid en twist met hen hadden, besloten zij dat Paulus en Barnabas en sommigen van hen zouden optrekken naar Jeruzalem, tot de apostelen en de ouderlingen, over deze vraag. – Handelingen 15:1-2 (NKJV))

de apostelen bestonden uit hen die vanaf het begin bij Jezus waren.:

15 en in die dagen stond Petrus op in het midden van de discipelen (het totaal aantal namen was ongeveer honderd en twintig), en zeide: 16 “mannen broeders, deze Schrift moest vervuld worden, welke de Heilige Geest te voren door den mond van David gesproken had over Judas, die een gids werd dergenen, die Jezus gevangen namen; 17 Want hij was met ons geteld en verkreeg een deel in deze bediening.”

21 ” daarom, van deze mannen die ons hebben vergezeld de hele tijd dat de Heer Jezus ging in en uit onder ons, 22 beginnend van de doop van Johannes tot die dag toen hij werd opgenomen van ons, een van hen moet een getuige met ons van zijn opstanding worden.”

23 en zij stelden twee voor: Joseph genaamd Barsabas, die werd toegenaamd Justus, en Matthias. 24 En zij baden en zeiden: Gij, Heere, die de harten van allen kent, toont, welke van deze twee gij verkoren hebt, 25 om deel te nemen aan deze bediening en het apostelschap, waarvan Judas door overtreding gevallen is, opdat hij naar zijn plaats zou gaan. 26 En zij wierpen hun loten, en het lot viel op Matthias. En hij werd gerekend tot de elf apostelen. – Handelingen 1:15-17, 21-26 (NKJV))

conclusie

het woord “apostel” bevat soms een iets bredere betekenis dan alleen de Twaalf Apostelen. Echter, uit de informatie uit het boek Handelingen, waren dit speciale omstandigheden waarin de Heilige Geest bepaalde individuen apart zette. De twaalf fundamenten die de namen bevatten van de Twaalf Apostelen van het Lam in Openbaring 21:14 zouden bestaan uit de elf plus Matthias, die de leegstaande plaats vulden door Judas, die vanaf het begin bij Jezus was geweest, en zoals Handelingen 1: 24-26 laat zien, door de Heer werd gekozen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.