wie schreef de laatste 5 verzen van Deuteronomium 34?

Dit antwoord is ook beschikbaar in: हिन्दी

Mozes’ auteurschap van het boek Deuteronomium is onomstreden. Op basis van dit feit, vragen sommigen of Mozes stierf in Deuteronomium 34: 7, Wie schreef dan de laatste 5 verzen van dat hoofdstuk?

Deuteronomium 34:7-12

“Mozes was honderd en twintig jaren oud, toen hij stierf. Zijn ogen waren niet zwak noch zijn natuurlijke kracht verminderd. 8 en de kinderen Israels weenden om Mozes, in de vlakke velden van Moab, dertig dagen. En de dagen van geween en rouw over Mozes eindigden.9 Jozua nu, de zoon van Nun, was vol van den Geest der wijsheid, want Mozes had zijn handen op Hem gelegd; en de kinderen Israels gehoorzaamden hem, en deden, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.10 maar sindsdien is er in Israël geen profeet als Mozes opgestaan, die de Heer van aangezicht tot aangezicht kende, 11 in alle tekenen en wonderen, die de Heer hem gezonden heeft om te doen in het land Egypte, voor Farao, voor al zijn knechten, en in al zijn land, 12 en door al die machtige kracht en al de grote verschrikking, die Mozes deed voor de ogen van gans Israël.”

meningen

de Bijbel heeft het auteurschap van de laatste 5 verzen van Deuteronomium 34 niet aangegeven. Sommige Bijbelcommentatoren hebben geloofd dat Mozes dit deel van het boek voor zijn dood schreef, maar anderen hebben het gevoel dat Jozua of een andere niet nader genoemde schrijver het op een bepaald moment later schreef, als een nabeschouwing van de Pentateuch.

beide meningen zijn geheel in overeenstemming met de methode waarin de Heilige Geest in andere gevallen heeft gewerkt. Echter, bepaalde woorden in VS. 6-12 lijken het best begrepen als suggereert dat Jozua was de auteur van de laatste vijf verzen:

  1. de woorden “maar niemand kent zijn graf tot op de dag van vandaag” (V. 6) toon aandacht van degenen die Mozes overleefden, met betrekking tot de plaats van de begrafenis. Er is extra reden om aan te nemen dat deze uitspraak door een andere persoon na Mozes’ dood werd geschreven, door inspiratie, dan dat het door Mozes zelf werd opgetekend voor dat incident.De woorden van vers 9, die het gezag van Jozua en zijn bekwaamheid als leider bevestigen, lijken meer een duidelijk historisch verhaal van de verandering van leiderschap te zijn, dan een voorspelling erover. In Mozes’ verslag van de toekomstige ervaringen van de twaalf stammen (Deuteronomium 33), schrijft hij in een duidelijk profetische woorden (vs. 10, 12, 19, enz.); hier zijn de woorden die van een eenvoudig historisch verhaal.
  2. de woorden “er is in Israël geen profeet als Mozes opgestaan” (vers 10) lijken meer op hun plaats als een lofrede door Jozua of een andere persoon dan door Mozes zelf.Het auteurschap van het boek Romeinen door Paulus staat buiten kijf, maar de kopiist die voor Paulus schreef, voelde zich vrij om een eigen begroeting toe te voegen aan vrienden in Rome (Romeinen 16:22-24). De aanwezigheid van dit postscript verandert niets aan het feit dat de brief het werk is van Paulus in plaats van van “Tertius, die deze brief schreef” (v. 22), noch verandert het op enigerlei wijze de kwaliteit van zijn inspiratie. De Heilige Geest kon Tertius net zo goed leiden als de apostel Paulus. Op dezelfde manier zou de Heilige Geest Jozua eenvoudig hebben geleid bij het opnemen van de slotverzen van Deuteronomium zoals hij Mozes had bij het opnemen van het eerdere deel van het boek, of zoals hij Jozua later leidde bij het opnemen van het boek dat zijn naam draagt.

    in zijn dienst,
    BibleAsk Team

    dit antwoord is ook beschikbaar in:

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.