adelaars zijn de belangrijkste roofdieren van de opkomende laag van het tropische regenwoud.
de meeste andere roofdieren zijn niet in staat de bewoners van de hoogspanningsbomen te bereiken.De harpijarend, die in het Amazoneregenwoud leeft, is een van de grootste arenden op aarde.De Filipijnse adelaar, ook wel apenetende adelaar genoemd, leeft in de tropische regenwouden van de Filipijnen.De gekroonde adelaar domineert de opkomende laag van het Afrikaanse regenwoud.
alle drie de arenden bezetten dezelfde ecologische niche in het regenwoud. Zo zijn hun structuur en biologie ook vergelijkbaar.
zoals bij de meeste haviken en arenden is de vrouwelijke harpij groter dan de mannelijke harpij. Ze weegt ongeveer 20 pond (9kg) en is ongeveer 3 voet (90cm) lang van kop tot staart.
de poten van de harpij zijn opvallend groot – ongeveer zo groot als de hand van een man – en getipt met dodelijke scherpe, gebogen klauwen. Zodra deze Voeten hun prooi grijpen, heeft het weinig hoop om te ontsnappen.
het verkorte en verbreed vleugelprofiel van de harpij is een aanpassing aan zijn bostopomgeving.
met zijn afgeronde vleugels kan de harpij voldoende lift genereren om bijna verticaal door het bos te bewegen.
bij het vliegen tussen de bomen geven de korte vleugels de harpij een grote behendigheid en snelheid.Hij zweeft niet over het landschap, net als veel andere arenden. In plaats daarvan beweegt hij zich in korte vluchten van boom naar boom en kijkt en luistert aandachtig naar de geluiden van geschikte prooien, met name apen en luiaards.Door zijn grijze kleur is hij onopvallend op zoek naar prooi.Zowel de Filippijnse als de gekroonde adelaar hebben vergelijkbare jacht-en vluchtpatronen, hoewel de gekroonde adelaar vaak jaagt in de lagere niveaus van het bos en soms zelfs op grondniveau, met als prooi bushbuck en antilope.
alle drie de soorten adelaars hebben vergelijkbare nesten.
de man en de vrouw werken samen om een groot, onregelmatig platform van twijgen in de opkomende takken van bomen te bouwen.
deze nesten kunnen wel 150 voet hoog zijn.
de eagles hebben een verscheidenheid aan roepingen. De Afrikaanse gekroonde adelaar heeft een schrille roep. De roep van de Filippijnse adelaar is een zwak, fluitend geluid.
jonge harpijarenden schreeuwen als ze honger hebben. Volwassen geschreeuw is lager. Volwassen harpijarenden maken ook zachte, kwakende geluiden.