Videotranscriptie
zodra de juiste band voor het voertuig is geselecteerd, is de beste praktijk om alle vier de banden tegelijkertijd te vervangen. In feite, op bepaalde vierwielaandrijving en vierwielaandrijving voertuigen, de voertuigfabrikanten eisen dat alle vier de banden worden vervangen, zodat de aandrijvingen zijn niet beschadigd.
ongeacht het type voertuig, het vervangen van alle vier de banden op hetzelfde moment en het handhaven van de bandenspanning met regelmatige rotatie maximaliseert de prestaties van de banden en de levensduur van het loopvlak. Wanneer bestuurders echter hun banden niet onderhouden of draaien, moet de band op de ene as mogelijk worden vervangen voordat die op de andere as. Als een consument slechts één band vervangt, moeten zij erop worden gewezen dat de nieuwe band aan de achterzijde moet worden gemonteerd en gekoppeld met de band met de meest resterende profieldiepte.
hoewel de beste praktijk is om alle vier de banden te vervangen, is het belangrijkste om te onthouden dat wanneer u slechts twee banden vervangt, u erop moet worden gewezen dat de nieuwe banden aan de achterzijde van het voertuig moeten worden geïnstalleerd. Als de nieuwe banden zijn geïnstalleerd op de vooras met versleten banden aan de achterzijde, dan is het voertuig kan meer kans om de controle te verliezen bij het draaien in natte of gladde omstandigheden. Terwijl de voorbanden met de diepste profieldiepte grip op de weg, de achterste banden niet grip op hetzelfde niveau, zodat de mogelijkheid van een oversteer conditie kan toenemen als het voertuig draait of verandert van rijstrook. Wanneer hetzelfde voertuig nadert dezelfde bocht op dezelfde snelheid met de diepere profieldiepte banden aan de achterzijde en de versleten banden aan de voorzijde kunt u in staat zijn om het verlies van controle in het stuurwiel te voelen en vervolgens de nodige aanpassingen aan de snelheid en stuurinrichting. Aangezien de diepere profieldiepte banden aan de achterzijde zijn beter vastgrijpen dan de Versleten voorbanden de achterkant van het voertuig niet de controle verliezen als het draait.
hetzelfde geldt voor de installatie van winterbanden en noppen. Wanneer de winter of bezaaid banden alleen worden toegepast op de vooras van een voertuig, kan de kans op het verliezen van de controle bij het draaien in natte of besneeuwde omstandigheden aanzienlijk toenemen. Winterbanden worden het best toegepast op alle voertuigposities. Als winterbanden op de vooras van een voertuig worden aangebracht, moeten deze ook aan de achterzijde worden gemonteerd.