het liturgische jaar
gedurende het liturgische jaar viert de kerk het diepe mysterie van het leven, de dood en de opstanding van Jezus Christus.
- het Kerkjaar begint met de eerste zondag van de Advent en eindigt eind November op Christus de koning.
- twee hoofdcycli verankeren het liturgische jaar: de Incarnatiecyclus (Advent en Kerstmis) en de Paschale cyclus (vasten en Pasen).
- de rest van het jaar, bekend als de gewone tijd, wordt doorspekt met extra vieringen van Christus, de Heilige Moeder en de Heiligen.De Advent is een tijd van voorbereiding en Kerstmis is de tijd van de viering van de geboorte van Jezus, de eerste manifestatie van Christus. Gedurende dit seizoen anticiperen we ook op de laatste manifestatie van Christus aan het einde der tijden.Tijdens de vasten en Pasen vieren we het mysterie van het offerleven, de dood en de opstanding van Jezus. Het gaat om voorbereiding (vastentijd) en viering (paasseizoen) en eindigt met Pinksteren.
gewone tijd
de rest van het jaar staat bekend als gewone tijd. Gedurende deze 33 of 34 weken denken we na over de wonderen en leringen van Christus zoals ze in de Schrift zijn vastgelegd.